Afdrukken van etiketten
Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik
in laserprinters. Zorg dat de etiketten aan de juiste specificaties
voldoen (pagina A-3).
Ga als volgt te werk:
•
Druk een stapel van 50 etiketten af vanuit lade 1 of een stapel
van 50 tot 100 etiketten vanuit andere laden.
•
Laad etiketten in lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de
bovenste, korte rand naar de printer toe. Zie Figuur 12 op
pagina 46, voor de inlegstand in andere laden.
•
Probeer de achter recto-uitvoerbak te openen (pagina 33) om
omkrullen en andere problemen te voorkomen.
Figuur 14
Afdrukken van etiketten
54
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Vermijd het volgende:
Voorzichtig
Om de printer niet te beschadigen, dient u deze aanwijzingen
zorgvuldig in acht te nemen.
•
Vul de laden nooit helemaal, want etiketten zijn zwaarder dan
papier.
•
Gebruik geen etiketten die los kunnen raken van het
grondpapier of al gedeeltelijk los zitten, en ook geen gekreukte
of beschadigde etiketten.
•
Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het
grondpapier zijn aangebracht. De etiketten moeten het
grondpapier geheel bedekken, zonder enige tussenruimte.
•
Voer een vel etiketten niet vaker dan één keer door de printer.
De klevende achterzijde is zo ontworpen dat deze slechts één
maal door de printer gevoerd kan worden.
•
Etiketten niet aan beide zijden bedrukken.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
55