De printer reinigen
Voor het behoud van de afdrukkwaliteit moet u de reinigings-
procedure volgen (zie de volgende pagina) telkens wanneer de
tonercassette wordt vervangen of wanneer er zich problemen met
de afdrukkwaliteit voordoen. Houd de printer zoveel mogelijk vrij
van stof en vuil.
•
Reining de buitenkant van de printer met een met wat water
bevochtigde doek.
•
Reinig de printer van binnen met een droge, niet pluizende
doek.
Voorzichtig
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rond
de printer.
Zorg bij het schoonmaken van de printer dat u de transferrol
(de zwarte rubberen rol onder de tonercassette) niet aanraakt.
Huidsmeer op de rol kan de afdrukkwaliteit verminderen.
Figuur 18
Plaats van de transferrol — Niet aanraken!
84
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
De printer reinigen
Schakel de printer uit voordat u met
deze stappen begint en verwijder het
snoer uit het stopcontact.
1 Open de bovenklep en verwijder de
tonercassette.
WAARSCHUWING!
Steek uw hand niet te ver in de printer.
Het fusergedeelte bevindt zich dichtbij
de ruimte voor de tonercassette en dit
onderdeel kan bijzonder heet zijn!
Voorzichtig
Stel de tonercassette niet langer dan
een paar minuten aan rechtstreeks
daglicht bloot om schade aan de
cassette te voorkomen.
2 Verwijder met een droge, niet
pluizende doek stof of vuil van de
papier- geleiders (gearceerde
gebieden).
Let op
Als er toner op uw kleding terecht komt,
veegt u deze af met een droge doek,
waarna u de kleren in koud water wast.
(Met warm water maakt de toner een
blijvende vlek in de stof.)
3 Gebruik de groene hendel om de
papierinvoerplaat omhoog te tillen en
veeg tonerresten af met een droge,
niet pluizende doek.
Vervolg op de volgende pagina.
DU
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
85
4 Plaats de tonercassette terug, sluit
de bovenklep, steek de stekker
weer in het stopcontact en zet de
printer aan.
Let op
Als de melding
NIEUWE TONER CASSETTE
= NEE
verschijnt wanneer u de
tonercassette verwijdert om de toner
opnieuw te verspreiden, kunt u deze
melding negeren.
86
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
Gebruik van het reinigingsblad van de printer
Als er tonervlekken ontstaan op de voor- of achterzijde van uw
afdruktaken, volg dan de hieronder beschreven procedure.
Kies via het bedieningspaneel van de printer de volgende opties:
1
Druk op
[Menu]
tot
AFDRUKKWALITEIT-MENU
verschijnt.
2
Druk op
[Optie]
tot
MAAK REINIGINGSBLAD
verschijnt.
3
Druk op
[Selecteren]
om het reinigingsblad te maken.
4
Volg de instructies op het reinigingsblad om het
reinigingsproces te voltooien.
Let op
Druk de pagina af op kopieerpapier (geen bankpost of ruw papier)
voor een goede reinigende werking van het reinigingsblad.
Het is mogelijk dat u meerdere malen een reinigingsblad moet
maken. Nadat de tonerresten uit de printer verwijderd zijn,
verschijnen er glimmende zwarte vlekjes op de zwarte strip op
het blad.
Voor sommige papiertypen verdient het aanbeveling het
reinigingsblad steeds te gebruiken wanneer u de tonercassette
vervangt, om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen.
DU
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
87