Verklarende woordenlijst
afdrukmateriaal
Alle materiaal waarop wordt afgedrukt, zoals
enveloppen, etiketten, transparanten en alle soorten
papier. (Papiersoorten zijn briefhoofdpapier,
geperforeerd papier, kringlooppapier, bankpost,
gekleurd papier, kaarten en voorbedrukt papier.)
bidirectionele
communicatie
Door middel van bidirectionele communicatie kan de
printer reageren op verzoeken om gegevens van de
printer en informatie naar de computer terugsturen,
bijvoorbeeld wat voor accessoires er op de printer zijn
aangesloten.
bron
In deze gebruikershandleiding betekent ‘papierbron’ de
papierlade waar papier of ander afdrukmateriaal zich
bevindt.
DIMM
(dubbele in-line
geheugenmodule)
Een circuitkaart die extra geheugenchips voor de printer
bevat.
duplex-
afdrukaccessoire
(ook ‘duplexeenheid’
genoemd)
Een optioneel accessoire dat gebruikt wordt voor
automatisch afdrukken aan beide kanten (dubbelzijdig)
van een vel papier.
EIO (verbeterde
input/output)
Printeraccessoiresleuven die gebruikt worden voor het
overbrengen van gegevens tussen de computer en de
printer. Modulaire I/O-accessoires (MIO) voor oudere
printers en de nieuwe EIO-technologie zijn niet
compatibel.
formaat
In deze bedieningshandleiding betekent ‘papierformaat’
de afmetingen van een vel papier of ander
afdrukmateriaal.
Help voor het
printerstuurprogramma
Scherminstructies met betrekking tot het gebruik van
het printerstuurprogramma.
Help voor de
printersoftware
Scherminstructies met betrekking tot het gebruik van de
printersoftware. Help-schermen die met de Help-knop
(of een vraagtekensymbool) in de printersoftware
geactiveerd kunnen worden.
2
Verklarende woordenlijst
DU
Mopier
Een HP LaserJet printer die in staat is om meerdere
oorspronkelijke afdrukken (of kopieën van een
afdruktaak) te maken.
PCL 5e/6
De printerbesturingstaal van HP.
PostScript-emulatie
Zie PS.
printerstuurprogramma
Programmabestanden waardoor een toepassings-
programma met de printer kan communiceren en
gebruik maken van zijn functies.
printersoftware
Alle of een deel van de software die bij de printer wordt
geleverd. Bij de printer is een CD verpakt die het
toepassingsprogramma bevat waarmee u toegang
krijgt tot alle functies van de printer. Als de printer goed
is ingesteld, is de juiste software reeds geïnstalleerd.
PS
De PostScript Level 2-emulatie (of Level 1-emulatie
voor Windows 3.1x). Een bij de printer geleverde
printertaal.
RIP ONCE
Raster Image Processing (Rasterafbeeldingen
verwerken). De mogelijkheid om een afbeelding van
een pagina te maken en in gecomprimeerde vorm in het
geheugen te bewaren.
slepen en neerzetten
De mogelijkheid om een functie grafisch uit te voeren
zonder een opdracht te typen. In de Windows 95
Explorer kunt u bijvoorbeeld een bestand kopiëren of
verplaatsen door het uit een map te ‘slepen’ en in een
andere map ‘neer te zetten’.
toepassings-
programma
Een computerprogramma of -pakket dat is ontworpen
voor verkoop aan de consument.
type
In deze bedieningshandleiding betekent ‘papiertype’ de
unieke eigenschappen van papier of ander
afdrukmateriaal, zoals ruw, transparant, etiketten enz.
universele lade
Een papierlade die aan vele papierformaten kan
worden aangepast.
verstelbare lade
Een papierlade die aan meer dan één formaat
afdrukmateriaal kan worden aangepast. Alle in
de printer gebruikte laden zijn verstelbaar.
voorbedrukt papier
Papier waarop vooraf ontworpen formulieren
gedrukt zijn.
watermerk
Op de achtergrond van een pagina gedrukte tekst.
DU
Index
1